Opdracht 5 Dijken



Op de plekken waar geen duinen zijn, zijn dijken nodig.

Misschien heb je wel eens over een dijk gereden.

Een dijk is meestal een hoge heuvel.

Aan de ene kant zie je het water en aan de andere kant staan vaak gewoon huizen

of lopen er koeien in een weiland.

Een dijk moet altijd hoger dan het water zijn en bestaat uit zand, klei, asfalt of beton

en stenen.

 

Op de dijk groeit meestal gras.

De dijk houdt niet alleen water tegen, ook zwakt het de golven af.

Een dijk loopt namelijk onder water ver door.

Daardoor worden de golven minder hoog.